Skip to main content
logo
Lancer la vidéo

* Scheiden om beter te verenigen

Numéro 4 Avril 2009 par Jef Turf

avril 2009

Het ini­tia­tief van Revue Nou­velle is uiterst wel­kom. De poli­tieke werel­den waa­rin Walen en Vla­min­gen leven zijn zoda­nig uiteen­ge­groeid, dat zelfs over­tuigde link­sen nog amper op de hoogte zijn van elkaars opvat­tin­gen. Het resul­taat hier­van is dat rechts de plak zwaait in heel het com­mu­nau­tair dis­cours. Ik tracht de ges­telde vra­gen zo eer­lijk moge­lijk te beant­woor­den, en ris­keer me boven­dien aan een voors­tel dat totaal afwijkt van het mis­lukte dia­loog voor een indrin­gende staatshervorming.

Hypothese 1 : De overmacht van het katholicisme

Het katho­li­cisme heeft inder­daad diepe — geweld­da­dig his­to­risch gegroeide — spo­ren getrok­ken in Vlaan­de­ren en was één van de conser­va­tieve pij­lers tot in de recente ges­chie­de­nis. Reeds vroeg- einde 19de eeuw en begin 20ste kwam daar­te­gen ver­zet bin­nen de katho­lieke wereld. Meest bekend is de figuur van pries­ter Daens waar­van nog een zekere inv­loed tot van­daag nawerkt. Men kan de ont­wik­ke­ling van de chris­ten-demo­cra­tie bes­chou­wen als een recu­pe­ra­tie bewe­ging gericht tegen het opko­mend socia­lisme (de krant Het Volk droeg als onder­ti­tel ‘anti­so­cia­lis­tisch dag­blad’), maar dat is slechts een deel van de waa­rheid. Feit is dat de chris­te­lijke arbei­ders­be­we­ging vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw gedeel­te­lijk een pro­gres­sieve koers is inges­la­gen, haar part heeft gele­verd in de eisens­tri­jd, in de stri­jd voor de vrede en tegen de kern­be­wa­pe­ning en inzake de soli­da­ri­teit met de ‘derde wereld’. Het is niet cor­rect in Vlaan­de­ren te spre­ken over ‘links’ of ‘pro­gres­sief’ zon­der daar ten­minste gedeel­te­lijk de chris­ten­de­mo­cra­tie bij te betrek­ken, ook op poli­tiek vlak, en zeker wan­neer men de sociaal-demo­cra­tie als norm van ‘links’ voorstelt.

Het is juist te stel­len dat de socia­lis­tische wereld, gecon­fron­teerd met de kle­ri­kale ove­rheer­sing, de Bel­gische kaart speelde, wat toe­liet haar zwakte te com­pen­se­ren met behulp van de Waalse socialisten.(Dat was bij de start van Bel­gië nog niet het geval : vader Anseele was geen enthou­siast sup­por­ter van het kunst­ma­tig werks­tuk ‘Bel­gië’ van de Euro­pese groot­mach­ten) . Deze defen­sieve hou­ding van de Vlaamse socia­lis­ten is van­daag nog steeds aan­we­zig, meer dan ooit kan men zeg­gen. Dit is, naar mijn mening, een van de hoof­dre­de­nen van de afkal­ving van de SPa. Men rekent zoda­nig op de hulp van de Waalse socia­lis­ten, dat men ver­geet de linkse ideeën met kracht te beli­j­den en te ver­we­zen­lij­ken bin­nen het eigen volk. Dit leidt zelfs tot een vijan­dige ops­tel­ling tege­no­ver de eigen Vlaamse gemeen­schap. Het feit dat men te doen heeft met twee erg uiteen­lo­pende publieke opi­nies in Vlaan­de­ren en in Wal­lo­nië, maakt die ops­tel­ling nog dode­lij­ker voor de sociaal­de­mo­cra­ten. Herin­ne­ren we aan een gelij­kaar­dige fout bij de invoe­ring van het vrou­wens­tem­recht : de Vlaamse socia­lis­ten waren er tegen omwille van de veron­ders­telde domi­nan­tie van de chris­te­nen bij de vrou­wen. Lie­ver zetels dan democratie !

Der­ge­lijke fou­ten heeft de chris­ten­de­mo­cra­tie uite­raard niet gemaakt : haar kracht en inv­loed berust niet op de steun van bui­ten uit, maar wor­telt in de rea­li­teit van het Vlaamse volk en zijn tradities.

Hypo­these 2 : De contra-pro­duc­tieve gevol­gen van de gehech­theid aan de fede­rale solidariteit.

Ik heb hele­maal geen pro­ble­men met de soli­da­ri­teit, wel met mis­bruik en een­zi­j­di­gheid ervan . De bes­taande soli­da­ri­teit via trans­fers (zowel vol­gens de Bel­gische mecha­nis­men als via de Euro­pese) is gerecht­vaar­digd als ze niet onbe­perkt is in tijd met dui­de­lijk omschre­ven en veri­fieer­bare doe­lein­den. Niet als ze een onge­con­tro­leerde en onbe­perkte draag­wi­jdte heeft. Ook in Vlaan­de­ren groeit de kloof tus­sen arm en rijk.
Het is nor­maal dat men in de eerste plaats de soli­da­ri­teit orga­ni­seert bin­nen het eigen volk. ‘Eigen volk eerst’ is geen uit­vin­ding van het Vlaams Blok, maar is een uni­ver­seel ver­schi­jn­sel dat even­zeer bin­nen Wal­lo­nië geldt en toe­ge­past wordt. Soli­da­ri­teit met het eigen volk is trou­wens het begin van elke linkse poli­tiek. Het is een prio­ri­teit ( die niet in tegens­tel­ling staat tot soli­da­ri­teit met andere vol­ke­ren, gezien de wel­vaart van de andere vol­ke­ren een voor­waarde is tot de eigen wel­vaart) van elk volk zijn eigen noden te bes­tri­j­den. Blijk­baar geldt dit niet in Vlaan­de­ren, waar erge noden bli­j­ven bes­taan ter­wi­jl men aan­vaardt dat groot­scheepse onge­con­tro­leerde hulp elders wordt besteed. 

Wat me erg ver­won­dert in uw tweede hypo­these, is dat u even­tuele col­lec­tieve arbeid­so­ve­reen­kom­sten voor Vlaan­de­ren bes­chouwt als een tekort aan soli­da­ri­teit met de frans­ta­li­gen. Vol­gens die rede­ne­ring heeft een gemeen­schap niet het recht om op een demo­cra­tische wijze te bes­lis­sen hoe ze haar sociale verhou­din­gen regelt, aan­ge­past aan de eigen situa­tie ! In naam van de soli­da­ri­teit zou Vlaan­de­ren geen eigen sociale wet­ge­ving mogen uit­wer­ken. Dit lijkt me noch demo­cra­tisch, noch socia­lis­tisch. In feite komt dit neer op het opei­sen door Wal­lo­nië van het recht van te bes­lis­sen over de toes­tand in Vlaan­de­ren bin­nen een fede­raal België.

Ik ben even­zeer ver­won­derd over de evi­dente wijze waa­rop de frans­ta­li­gen spre­ken over hun recht op finan­ciële soli­da­ri­teit, ter­wi­jl zij het recht op poli­tieke soli­da­ri­teit met de voe­ten tre­den. De wijze waa­rop frans­ta­li­gen cam­pagne voe­ren, als ver­te­gen­woor­di­gers van Bel­gië, tegen Vlaan­de­ren in inter­na­tio­nale ins­tel­lin­gen is stui­tend (Denk aan de Euro­pese Raad) en wordt als dus­da­nig aan­ge­voeld door de grote meer­de­rheid in Vlaan­de­ren. In dat­zelfde kader past bij­voor­beeld de ach­ter­bakse tus­sen­kom­st van Di Rupo bij de Neder­landse rege­ring tegen het rea­li­se­ren van de ‘IJze­ren Rijn’, een aloude Vlaamse eis).

Bij­ten in de hand waar­van men hulp eist is niet bevor­der­lijk voor de weder­zi­jdse verstandhouding.

Hypothese 3 : De instemming met de sociaal-liberale ideologie en met de sociaal actieve Staat.

Het is onget­wi­j­feld juist dat een belan­grijke oor­zaak van het elec­to­raal ver­lies van de SPa ver­band houdt met de afwe­zi­gheid van een eigen doc­trine en de aan­vaar­ding in de prak­tijk van de neo­li­be­rale opvat­tin­gen en ook van de libe­rale richt­li­j­nen bij de glo­ba­li­se­ring : pri­va­ti­se­ren en dere­gu­le­ren. Dit ligt trou­wens ook aan de bron van de hui­dige wereldcrisis.

De SPa en de Chris­ten-demo­cra­tie heb­ben inges­temd met de pri­va­ti­se­ring van de ASLK, waar­mee een belan­grijk ins­tru­ment van sociale poli­tiek ver­lo­ren is gegaan. Zij heb­ben actief mee­ge­werkt aan de Euro­pese libe­rale eis van pri­va­ti­se­ring van de open­bare dienst­ver­le­ning. Tege­no­ver dit libe­raal geweld heb­ben zij geen ant­woord geplaatst. De sociaal actieve staat is een begrip geble­ven voor theo­re­tische dis­cus­sie, niet voor de poli­tieke praktijk.

Dat is alle­maal juist. Maar het­zelfde kan gezegd wor­den van de meeste andere sociaal­de­mo­cra­tische par­ti­jen in Euro­pa, en niet in de laatste plaats van de PS. 

Ik denk niet dat de reso­lu­ties door de Vlaamse socia­lis­ten van het Vlaams Par­le­ment in 1990 iets te zien heb­ben met hun elec­to­rale ach­te­ruit­gang. Die reso­lu­ties zijn trou­wens tot hier toe dode let­ter geble­ven. Ze waren de uit­druk­king van een over­wel­di­gende meer­de­rheid van de Vla­min­gen, waar­bij de socia­lis­ten zich schoor­voe­tend heb­ben aan­ges­lo­ten, om ze nadien te ver­ge­ten. Er wordt zelfs niet meer gepraat bin­nen de rege­ring of het par­le­ment over de recht­ma­tige eisen van meer bevoegd­he­den aan de gemeenschappen.

Anders is het de Waalse socia­lis­ten ver­gaan : zij heb­ben zich actief aan­ges­lo­ten bij de Wal­lin­gis­tische stel­lin­gen, heb­ben er zelfs een voor­trek­kers­rol in ges­peeld. Soms heeft men de indruk van een wed­stri­jd tus­sen de frans­ta­lige poli­ti­ci om het meest antiv­laams te zijn. Zij vor­men front met de vla­min­gen­ha­ters van het FDF. Zij heb­ben van Wal­lo-Brux een prio­ri­taire zaak gemaakt, met de grootste minach­ting voor de Vlaamse opvat­tin­gen en voor de rech­ten van de Brus­selse Vla­min­gen. Zij heb­ben actief mee­ge­werkt aan de BHV- par­le­men­taire kome­die, heb­ben zich gemoeid met de benoe­ming in Vlaan­de­ren van drie bur­ge­mees­ters die de wet heb­ben over­tre­den, enz. En toch heb­ben ook zij een zware elec­to­rale neder­laag gele­den in 2007.

Hypothese 4.: De culturele matrix of de verhouding tussen de arbeidersbeweging en de rest.

Ik heb de beteken!is van deze hypo­these niet goed begre­pen. Als ze betekent dat de sys­te­ma­tische onder­druk­king van de Vlaamse taal en cultuur door de Bel­gische ove­rheid aan de basis ligt van een ver­scherpt natio­na­li­teits­ge­voel, dan kan ik dit onder­schri­j­ven. Wat het pro­bleem van de alloch­to­nen hier­bij komt doen vers­ta ik ech­ter niet. Dit pro­bleem is elders even­zeer aan­we­zig (zie bvb. Neder­land, Brus­sel, Fran­krijk,…). Vlaan­de­ren is in grote meer­de­rheid gast­vrij voor de alloch­to­nen, wan­neer die bereid zijn zich te inte­gre­ren. Er zijn al tien­tal­len acties en beto­gin­gen geweest ten gunste van geïn­te­greerde alloch­to­nen die met uit­zet­ting bedreigd wor­den. Pro­ble­men rij­zen wan­neer alloch­to­nen wei­ge­ren zich te inte­gre­ren in onze samen­le­ving, wan­neer zij, vaak met de hulp van de ove­rheid, get­to’s vor­men waar­door de autoch­tone (voo­ral arme) bevol­king zich niet meer thuis voelt en heil gaat zoe­ken bij de rechtse avon­tu­riers. Het pro­bleem ligt trou­wens niet zozeer bij Tur­ken en Oost-Euro­pea­nen, maar voo­ral bij de frans­ta­li­gen die zich in Vlaan­de­ren ves­ti­gen, voo­ral in de nabi­j­heid van Brus­sel, en wei­ge­ren zich te integreren.

Wat van veel gro­ter belang is voor de com­mu­nau­taire verhou­din­gen, is de bij­na sys­te­ma­tische afwe­zi­gheid van links Vlaan­de­ren bij de ver­de­di­ging van de gerecht­vaar­digde Vlaamse eisen, zoals ze met qua­si una­ni­mi­teit gede­fi­nieerd wer­den in 1999. De sociaal demo­cra­ten bewe­ren zich te concen­tre­ren op de essen­tiële zaken, d.w.z. de eco­no­mische pro­ble­men, en min­der op de staat­sher­vor­ming, alsof het ene los staat van het andere. Dit gaat zo ver dat de Ant­werpse lijs­taan­voer­der van de SPa bij de wet­ge­vende ver­kie­zin­gen van 2007 op de vraag :”Wat met BHV?” ant­woordde : “Daar­voor moet ge u tot het Vlaams Belang wenden”! 

De afwe­zi­gheid van geor­ga­ni­seerd links op het com­mu­nau­tair gebied laat dit gevoe­lige staat­kun­dig ter­rein vol­le­dig over aan rechts, die er met vreugde zijn eigen stem­pel op zet. Dit is een merk­waar­dig feno­meen : ove­ral in de wereld is de ver­de­di­ging van de natio­nale belan­gen een zaak van links.
(Denk onder meer aan de Bas­ken, de Cata­la­nen, meer­dere Zuid-Ame­ri­kaanse lan­den… de Walen ten tijde van Renard en de M.P.W.) In Vlaan­de­ren laat links de ver­de­di­ging van zijn natio­nale belan­gen over aan rechts. 

Dat is vol­gens mij een van de sterkste rede­nen van de elec­to­rale afstraf­fing van de SPa. Wan­neer mor­gen de (gro­tere) zelf­stan­di­gheid van Vlaan­de­ren een feit wordt, ris­keert de lin­ker­zi­jde over geen enkel plat­form te bes­chik­ken van waa­ruit zij de sociale stri­jd voor een demo­cra­tische samen­le­ving met succes kan ver­der zet­ten. Van­daar dat een aan­tal linkse Vla­min­gen zich vere­nigd heb­ben in de Gra­vens­teen­groep, met een zeker succes.

Hypothese 5 : De Mislukking van de linkse bondgenootschappen

Het is de bedoe­ling van de Revue Nou­velle te trach­ten het dia­loog aan te gaan “niet om te trach­ten tegen elke pri­js de gezichts­pun­ten nader­bij te bren­gen, maar ten minste om een begin te maken met het vasts­tel­len van de mening­sver­schil­len, voo­ra­leer te trach­ten ze te boven te komen”. Ik kan dit vol­le­dig onder­schri­j­ven. Temeer gezien men ver­trekt van de vol­gende vasts­tel­ling : “Meer fun­da­men­teel, den­ken wij dat het Bel­gisch ins­ti­tu­tio­neel sys­teem aan het einde van een tijd­perk geko­men is en moet her­dacht wor­den, ten­minste indien we het willen aan­pas­sen aan de ver­schil­lende uit­da­gin­gen waar­mee we gecon­fron­teerd worden”.

Het heeft dus geen zin meer ver­der te gaan op de weg van de klas­sieke her­vor­min­gen, die beetje bij beetje, meer bevoegd­he­den moe­ten geven aan de gemeen­schap­pen of gewes­ten. Lood­gie­ters kun­nen hier niet meer hel­pen : heel het gebouw is aan­ge­tast. Het welles-nietes spel­letje is ten einde.

De voor­bije twee jaar heb­ben over­dui­de­lijk gemaakt dat dit soort klas­sieke onde­rhan­de­lin­gen zon­der resul­taat bli­jft, en alleen de tegens­tel­lin­gen vers­terkt. Over welk type van ove­reen­kom­st kan er dan wel gepraat wor­den ? Dit bli­jft nogal duis­ter. Ik heb nog ner­gens een uit­ge­werkt plan gezien.

Van­daar dat ik — schoor­voe­tend- een totaal nieuwe aan­pak durf te sug­ge­re­ren, om aan te tonen dat een ander soort bena­de­ring denk­baar is, op voor­waarde dat de poli­tieke wil ervoor bestaat

Scheiden om beter samen te werken

Gezien de bes­taande rege­ring­scoa­li­ties en par­le­men­ten niet ges­chikt blij­ken om op gebied van staat­sher­vor­ming enige voo­ruit­gang te boe­ken, stel ik voor de aan­pak over een andere boeg te gooien, door de staat­sher­vor­ming los te kop­pe­len van de rege­rin­gen. Voo­ra­leer men kan spre­ken over de samen­wer­king van de deel­sta­ten, moe­ten er immers eerst deel­sta­ten bestaan. 

In een eerste fase : Ter­wi­jl de bes­taande rege­rin­gen ver­der rege­ren, wordt in beide gemeen­schap­pen, bij alge­meen stem­recht, een­ma­lig een orgaan ver­ko­zen met een dub­bele opdracht : het ont­wer­pen van een grond­wet voor elke gemeen­schap, en het voor­be­rei­den van de boe­del­schei­ding bij onder­ling over­leg. Een soort gemeen­schaps­cons­ti­tuante dus.

Dit is onget­wi­j­feld een moei­lijke oefe­ning (maar stel­lig geen voo­doo!). Het resul­taat kan voor­ge­legd wor­den aan een refe­ren­dum per gemeenschap.

Tweede fase : na de opde­ling, de samen­wer­king. De orga­ni­sa­tie van de consti­tu­tio­nele samen­wer­king tus­sen de sou­ve­reine deel­sta­ten, een samen­wer­king van een nieuw type, aan­ge­past aan de hui­dige sociale, eco­no­mische, eco­lo­gische en cultu­rele omstan­di­ghe­den, en geleid door een pari­tair samen­ges­telde com­mis­sie, verant­woor­de­lijk voor de coör­di­na­tie tus­sen beide sta­ten en voor de mate­ries die aan­ge­duid wordt als over­bli­j­vend gemeen­schap­pe­lijke mate­rie, met inbe­grip van de pro­ble­ma­tiek van de inter­re­gio­nale solidariteit.

Der­ge­lijke ori­gi­nele manier van wer­ken bes­paart ons

het dis­puut omtrent een defi­ni­tie en de orga­ni­sa­tie van federalisme ;

de mening­sver­schil­len omtrent de (kunst­ma­tige) invoe­ring van een fede­rale kie­som­schri­j­ving of een nog meer kunst­ma­tige vor­ming van fede­rale poli­tieke partijen.

Het argu­ment dat de inter­na­tio­nale cri­sis al onze aan­dacht opeist 

Uite­raard bli­j­ven er deli­cate twist­pun­ten op te los­sen, en niet van de minste, zoals onder meer :

het gaat wel om twee deel­sta­ten, met naar alle waar­schi­jn­lij­kheid een gemeen­schap­pe­lijke hoofd­stad ; Brus­sel moet een mid­del voor intense samen­wer­king wor­den in plaats van een twist­punt. De rech­ten van de min­de­rhe­den moe­ten afdoende bes­chermd wor­den en de taal­wet­ten toegepast.

de gren­zen tus­sen de gemeen­schap­pen : daar kan vol­gens mij niet aan geraakt wor­den. Ook niet als ‘laatste keer’, omdat we al te dik­wi­jls een ‘laatste keer’ gehad heb­ben’, en de fran­co­fone Brus­se­laars nooit schi­j­nen af te zien van ter­ri­to­riale eisen. De wijze waa­rop de auto­nome deel­sta­ten zul­len ver­te­gen­woor­digd wor­den in de EU en in andere supra­na­tio­nale organen.

Mijn bedoe­ling is dui­de­lijk te maken dat we andere wegen moe­ten dur­ven ins­laan, ook al verei­sen die dras­tische aan­pas­sin­gen van onze aan­pak. Als we daar niet in sla­gen, vrees ik dat we met het hui­dige Bel­gië steeds die­per in de chaos zul­len gera­ken en dat alle inwo­ners van dit land het gelag zul­len moe­ten van beta­len. Het alter­na­tief is het ‘valse plan van de RTBF’!

Mijn voors­tel is slechts een sug­ges­tie, een uit­no­di­ging om nieuwe wegen te onderzoeken. 

Het vol­staat niet meer te zeg­gen dat we het anders moe­ten aan­pak­ken, we moe­ten er nu ook aan wer­ken. De lin­ker­zi­jde draagt daar­bij veen zware verantwoordelijkheid.

Jef Turf


Auteur