Skip to main content
logo
Lancer la vidéo

* Geen institutionele hervormingen zonder inhoudelijk politiek project

Numéro 4 Avril 2009 par Dirk Holemans

avril 2009

Inlei­ding

De auteurs van de tekst Quelques ques­tions à la gauche fla­mande heb­ben hun pro­bleem­stel­ling breed gefor­mu­leerd. Zo bren­gen ze een veel­heid aan uit­da­gin­gen in beeld én hun moge­lijke ver­ban­den. In deze beperkte bij­drage is het niet moge­lijk al deze aspec­ten te bes­pre­ken, ik geef lou­ter een aan­zet tot antwoord.

Waar is de politieke ecologie ?

Op het einde van de voor­ge­legde tekst wor­den drie evo­lu­ties ges­chetst die de samen­le­ving de voor­bije decen­nia gron­dig heb­ben gewi­j­zigd. Een blik hie­rop laat toe om toch wel een tekort doo­rheen heel de tekst te dui­den. Wordt op de eerste blad­zi­jde onder links nog dui­de­lijk zowel de sociaal-demo­cra­tie (sp.a) als de poli­tieke eco­lo­gie (Groen!) begre­pen, dan ver­wi­jst de rest van de tekst qua­si alleen naar de sociaal-demo­cra­tie. Dit maakt een aan­tal ana­lyses onvol­le­dig. Bij­voor­beeld wat betreft de eerste hypo­these, eind de jaren ’90 was het de droom van de groe­nen om de chris­te­lijke arbei­ders­be­we­ging ‑althans een groot deel van haar leden als kie­zers- los te weken van de chris­ten­de­mo­cra­tie. Ook deze poging is net zoals voor­gaande vanuit sociaal­de­mo­cra­tische hoek niet ges­laagd. Ander­zi­jds is ech­ter de samen­le­ving ver­der geë­vo­lueerd en nog min­der een­dui­dig gewor­den. Zo blijkt bij­voor­beeld uit een recent weten­schap­pe­lijk onder­zoek dat veer­tig procent van de sp.a leden gelo­vig zijn1. De in de tekst gefor­mu­leerde beden­king dat de sociaal-demo­cra­tie er niet in slaagt chris­te­nen te berei­ken, lijkt dus ach­te­rhaald. Dit sluit aan bij een kri­tiek die ik ver­de­rop zal for­mu­le­ren, name­lijk dat de actuele maat­schap­pe­lijke ana­lyse onvol­doende aan­we­zig is.

Meer fun­da­men­teel is dat het vero­nacht­za­men van de poli­tieke eco­lo­gie leidt tot een ‘oud­linkse’ ana­lyse van cru­ciale maat­schap­pe­lijke ont­wik­ke­lin­gen. Meer bepaald gaat het hier om de tweede grote evo­lu­tie die in de tekst opge­somd wordt : “de onon­der­bro­ken groei van nega­tieve exter­na­li­tei­ten van de eco­no­mische groei, met in het bij­zon­der een desas­treuze impact op de levens­voor­waar­den van kan­sar­men en de toe­kom­stige gene­ra­ties’. Tesa­men met het gege­ven dat het the­ma eco­lo­gie nau­we­lijks aan bod komt, is dit een pijn­lijke vasts­tel­ling. Het is juist dat de eco­lo­gische cri­sis voo­ral de zwak­ke­ren treft en we de toe­kom­st van onze toe­kom­stige gene­ra­ties nu al aan het opge­brui­ken zijn. Maar dit vormt een onder­deel van een over­koe­pe­lend inzicht dat de eco­lo­gische cri­sis geen ‘exter­na­li­teit’ is die slechts bedrei­gend is voor bepaalde groe­pen in de samen­le­ving, maar wel een exis­ten­tiële cri­sis vormt die onlos­ma­ke­lijk ver­bon­den is met de energie‑, voed­sel — en grond­stof­fen­cri­sis­sen die mon­diaal en regio­naal optre­den. Hoe­wel dit niet uit de tekst spreekt, hoop ik dit inzicht consti­tu­tief is voor elke linkse acu­tele maat­schap­pe­lijke ana­lyse. En in die zin moet het ook intrin­siek onder­deel uit­ma­ken van elk links toe­kom­st­pro­ject voor België.

Waar is de christelijke arbeidersbeweging ACW ?

De voor­lig­gende tekst stelt dus ‘links in Vlaan­de­ren’ te veel gelijk met de sociaal-demo­cra­tie. Niet alleen de poli­tieke eco­lo­gie, maar ook de rol van de chris­te­lijke arbei­ders­be­we­ging vereist een meer gron­dige ana­lyse. Meer pre­cies : deze laatste wordt hoofd­za­ke­lijk ver­meld omdat ze door haar vas­thou­den aan de chris­ten­de­mo­cra­tie mee verhin­derd heeft dat er een groot links front kon onts­taan. Hier zijn zeker kan­sen bli­j­ven lig­gen. Een van de meest intri­ge­rende uits­pra­ken in dit ver­band is deze van gewe­zen pre­mier Jean-Luc Dehaene die in een inter­view in Knack ‑nota bene geïn­ter­viewd door de gewe­zen poli­tiek secre­ta­ris van Aga­lev Jos Gey­sels- verk­laarde : “Als ik van­daag in de poli­tiek zou begin­nen … dan sloot ik me wel­licht aan bij een socia­lis­tische par­tij.” (Knack 7.02.07). In een ana­lyse over ‘links in Vlaan­de­ren’ ver­dient de rol van het ACW een meer gron­dige ana­lyse. Ook vanuit haar posi­tie bin­nen de chris­ten-demo­cra­tie heeft zij belan­grijke linkse ver­wor­ven­he­den mee ver­de­digd. Illus­tra­tief hier­voor is de rol die de chris­te­lijke vak­bond ACV en haar toen­ma­lige voor­zit­ter Jef hou­thuys speelde om de rege­ring Mar­tens VI te doen strui­ke­len om de jonge Guy Verhof­stadt als neo­li­be­rale ‘baby-That­cher (‘da joenk’) tegen te houden.

Een sterk rechts en een zwak links in Vlaanderen

De tekst ver­wi­jst naar de fede­rale ver­kie­zin­gen van 2007 waar links Vlaan­de­ren een his­to­risch lage score haalde. Dit betekent dat Vlaan­de­ren bij meer­de­rheid een rechtse regio is en dit is alleen maar toe­ge­no­men. Deze groei van rechts is door de poli­tiek ter lin­ker­zi­jde stee­vast gene­geerd kun­nen wor­den omdat ze zich elec­to­raal veruit­wen­digde in het Vlaams Blok. En door het cor­don is Vlaan­de­ren tot op heden bes­tuurd kun­nen bli­j­ven door cen­trum­linkse minis­ters op vlak van onder meer gemeen­schaps­ma­te­ries zoals cultuur en onder­wi­js. Los van wat men wen­se­lijk vindt, is dit een para­doxale situa­tie die moei­lijk kan bli­j­ven duren als het elec­to­raat signi­fi­cant recht­ser wordt.

Het poli­tieke iso­le­ren van het Vlaams Belang heeft er toe geleid dat links in Vlaan­de­ren zich te wei­nig liet veron­trus­ten door deze opmars van rechts. Links Vlaan­de­ren is ech­ter ook door de Frans­ta­lige lin­ker­zi­jde nooit op een vers­tan­dige wijze ges­teund om extreem­rechts aan te pak­ken : door het Vlaams Belang direct in het ver­dom­hoekje te plaat­sen, heeft men er mee een mar­te­laar van gemaakt wat contra­pro­duc­tief was.

En heeft het Vlaams Belang door het cor­don sani­taire nooit mee gere­geerd, het heeft het maat­schap­pe­lijk debat bes­met en de cen­trum­po­li­tiek doen opschui­ven naar rechts. Wat dit betekent, kan ik helaas elke maand obser­ve­ren als OCMW-Raad­slid in Gent. Waar­bij ik meteen hypo­these 4 kan beves­ti­gen. Als linkse poli­tiek erin bes­taat te vech­ten voor de rech­ten van de minst­be­deel­den, dan ver­wacht je dat het OCMW van wat de meest pro­gres­sieve stad in Vlaan­de­ren wordt genoemd hier een voor­beel­drol zou in spe­len. Niets is min­der waar. Het is slechts een illus­tra­tie van een gro­tere ver­schui­ving, maar je voelt als lokaal links man­da­ta­ris zeer goed wat ‘rechts Vlaan­de­ren’ betekent als bij­voor­beeld een voors­tel om de Roma-zigeu­ners mini­male onders­teu­ning te geven, aan­van­ke­lijk wordt weg­ges­temd door alle andere par­ti­jen, inclu­sief sp.a, Spi­rit en ACW’ers bin­nen bin­nen het CD&V. Een gelij­kaar­dig stem­ge­drag deed zich voor toen men de mini­male medische hulp aan men­sen zon­der papie­ren uitholde op aan­ge­ven van het paarse bestuur. 

Deze ‘bes­met­ting van­wege extreem­rechts’ staat ech­ter niet op zich. Ze gaat hand in hand met de pro­gres­sieve mains­trea­ming : de ver­schui­ving van de lin­ker­zi­jde naar het cen­trum van de derde weg.

De overgang van sociaal-democratie naar de liberale derde weg van de actieve welvaartstaat

Over de derde hypo­these ‑de keuze van de sociaal-demo­cra­tie voor de der­de­weg- heb ik al elders gepu­bli­ceerd onder de titel ‘De leegte van links’2. Deze keuze was ech­ter geen interne par­ti­j­po­li­tieke kwes­tie van de sociaal­de­mo­cra­tie. Het was een door de pro­gres­sieve media gepro­pa­geerd maat­schap­pe­lijk pro­ject, waar­bij ‘pro­gres­sie­ven‘ zich wil­den ‘bevri­j­den’ van hun linkse verant­woor­de­lij­kheid door zich vanaf heden lou­ter nog als pro­gres­sief te noe­men. Waar­bij het mooi mee­ge­no­men is dat ook de libe­ra­len zich als pro­gres­sie­ven pre­sen­te­ren en nie­mand in feite weet waar­voor de term ‘pro­gres­sief’ staat…

In die zin bete­kende de keuze voor de derde weg in feite een afscheid van links van zich­zelf. Ze her­noem­den zich­zelf tot pro­gres­sie­ven, zodat ze zich­zelf ver­los­ten van de morele plicht tot het opko­men voor de allerz­waks­ten in de samen­le­ving. Wat paars betekent, werd dui­de­lijk ver­woord door Yves Des­met als hoof­dre­dac­teur in De Mor­gen een week na de desas­treuze ver­kie­zing­suits­lag van juni 2007 : “De oproep om van de sp.a opnieuw de par­tij van het mise­ra­bi­lisme te maken, van de zie­ken, de zwak­ken en de mis­se­lij­ken, is futiel en hope­loos. Dat kies­pu­bliek zit al lang bij het popu­lisme en dat week je zelfs niet in een gene­ra­tie los. […] Het is maar een ideetje : mis­schien bes­taat er wel zoiets als een echt paars publiek, eco­no­misch prag­ma­tisch tot rechts en cultu­reel links. Iets jon­ger, ste­de­lij­ker, hoger opge­leid en twee­ver­die­nen­der dan het gemid­delde Vlaan­de­ren” (De Mor­gen 16.06.07).

Wie overs­tapt van links naar pro­gres­sief, geeft ech­ter heel wat pri­js. Ten eerste een ver­bon­den­heid met de allerz­waks­ten. Je kunt niet eco­no­misch rechts en cultu­reel links zijn. Want voor wie begrip­pen niet wil ver­krach­ten, betekent links alti­jd het zich soli­da­ri­se­ren met dege­nen die uit de boot val­len. Niet toe­val­lig noe­men velen zich dan ook in Vlaan­de­ren eer­der pro­gres­sief dan links. Zo word je ten­minste niet meer aan­ges­pro­ken op wat je (niet) doet voor de ver­lie­zers van onze samen­le­ving. En zo komen we tot de tweede pri­js die de pro­gres­sie­ven in Vlaan­de­ren nu beta­len. Door een­zi­j­dig te focus­sen op de uit­brei­ding van indi­vi­duele rech­ten op ethisch vlak, werd een taboe geïns­tal­leerd op alles wat te maken heeft met een col­lec­tief waardenverhaal.
Ter­wi­jl links zich in Vlaan­de­ren liet mis­lei­den door de paarse zie­len­van­gers, gebruikte rechts de leegte van links om de nor­ma­tieve ruimte in te nemen. Sep­tem­ber 2007 schreef ik in dit ver­band dat het pijn­lijk is om vast te stel­len hoe linkse par­ti­jen om de hete brij van de nieuwe sociale kwes­tie heen dan­sen. Ik doelde hier­mee op de nieuwe vorm van kapi­ta­lisme die de laatste decen­nia is onts­taan waar­bij beurs­ge­no­teerde mon­diale bedri­j­ven enkel nog mik­ken op return op korte ter­mi­jn. Zowel arbeid als lokale bedri­jf­saf­de­lin­gen wor­den dan weg­werp­pro­duc­ten in func­tie van de belan­gen van de aan­deel­hou­ders. Een ana­lyse die anno 2009 meer dan ooit wordt bewaa­rheid… Ik citeerde toen de socio­loog Sen­nett : “Ons hui­dige sys­teem creëert zoveel onge­lij­kheid en zorgt ervoor dat de demo­cra­tie bedreigd wordt. Heel wat jonge men­sen besef­fen zeer goed dat ze in onze­ke­rheid leven, dat er geen pro­vi­sies voor de toe­kom­st zijn aan­ge­legd. De men­sen moe­ten het gevoel heb­ben van continuïteit.”

De Vlaamse samen­le­ving is har­der gewor­den op alle vlak­ken. De droom voor een warme samen­le­ving voor iede­reen ver­van­gen is door de rea­li­teit van een kille maat­schap­pij. Hier­bij is elke vorm van warm­har­ti­gheid voor elkaar ver­van­gen door een for­meel sys­teem van rech­ten, maar voo­ral van plich­ten. Zo is de groeiende nadruk op eigen verant­woor­de­lij­kheid, bij­voor­beeld op het vlak van werk­loo­sheid, per­vers als het gaat om struc­tu­reel uit­ges­lo­ten groepen. 

Hier ligt een gemiste kans van jewel­ste voor links : dui­de­lijk maken dat bes­taan­son­ze­ke­rheid niet alleen men­sen treft onder aan de lad­der. Inte­gen­deel, ze ver­bindt nu een meer­de­rheid in onze samen­le­ving. Het is deze bes­taan­son­ze­ke­rheid tegen­gaan in ver­bon­den­heid wat een nieuw ideo­lo­gisch kader kan bieden. 

De voor­bije tien jaar heb­ben dui­de­lijk gemaakt dat links in Vlaan­de­ren met zijn keuze voor paars(-groen) zijn belofte niet heeft inge­lost. Kie­zen voor meer markt­wer­king heeft geleid tot gemid­deld meer wel­vaart, maar even­zeer breed vers­preid meer onze­ke­rheid. En de kloof tus­sen arm en rijk is die­per gewor­den. In die zin is het niet ver­won­der­lijk dat rechtse voors­tel­len tot het zich terug­plooien tot een kleine gemeen­schap, onge­veer zo groot als Vlaan­de­ren, meer dan suc­ces­vol blijken. 

Het is de hoog­ste tijd dat links werk maakt van een nieuw waar­den­ge­la­den verhaal. Als Sar­ko­zy in Fran­krijk de ver­kie­zin­gen kan win­nen door open­lijk brand­hout te maken van de erfe­nis van mei ’68, dan zul­len waar­den als eman­ci­pa­tie en zel­font­plooiing een nieuwe invul­ling moe­ten kri­j­gen. Links moet drin­gend een aan­tal taboes door­bre­ken. Name­lijk door toe te geven dat niet elke indi­vi­dua­li­se­ring het indi­vi­du ten goede komt, dat hyper­con­sump­tie niets te maken heeft met eman­ci­pa­tie, dat nieuwe vor­men van gemeen­schap en geor­ga­ni­seerde soli­da­ri­teit nodig zijn. 

Het is vanuit deze ana­lyse dat ik in wat volgt zal pro­be­ren ant­woor­den te geven op de vra­gen uit de tekst. Hier­bij wil ik stel­len dat ik de voors­tel­len op ins­ti­tu­tio­neel vlak steun, maar dat ik vrees dat ze wei­nig zul­len veran­de­ren als ze niet ver­ge­zeld gaan van een inhou­de­lijk heden­daags links pro­ject voor het fede­rale land Bel­gië, dat tege­lij­ker­ti­jd een ver­schei­den ant­woord geeft op de ver­schil­lende socio-eco­no­mische situa­tie in beide landsdelen.

Een coherent geheel van ins­ti­tu­tio­nele voorstellen
Ik ben het eens met de ana­lyse dat een duale fede­rale staat steeds toe­laat om de zwarte piet aan de andere deel­staat door te schui­ven en dos­siers te blok­ke­ren. En onder­tus­sen bli­jft Brus­sel ver­lamd door een te inge­wik­kelde struc­tuur. In die zin ben ik voors­tan­der van een fede­raal Bel­gië dat bes­taat uit drie gewes­ten, waar­bij Brus­sel haar rol als kos­mo­po­li­tische en mul­ti­cul­tu­rele plaats en gemeen­schap ten volle kan ont­wik­ke­len. Ook de voors­tel­len over een fede­rale kies­kring dra­gen mijn goed­keu­ring weg. 

Maar waar zit de kracht van de verbeelding ?

Hoger heb ik al ges­teld dat links Vlaan­de­ren het debat over gemeen­schaps­vor­ming heeft over­ge­la­ten aan rechts. Uite­raard is niet elke gemeen­schap eman­ci­pa­to­risch maar omge­keerd is eman­ci­pa­tie onmo­ge­lijk zon­der gemeen­schap­pe­lijke stri­jd. Deze stri­jd wil ins­ti­tu­ties aan­pas­sen aan de noden van bevol­king­sgroe­pen. Willen we een nieuwe toe­kom­st voor Bel­gië uit­te­ke­nen, dan zul­len de vijf voors­tel­len ver­ge­zeld moe­ten gaan van een wer­vend inhou­de­lijk verhaal dat men­sen bindt en waar rond opnieuw een ‘Bel­gische gemeen­schap’ kan onts­taan. Zoals Bene­dict Ander­son stelt, is een natie een ima­gi­ned com­mu­ni­ty. De term ‘ima­gi­ned’ ver­wi­jst naar het gege­ven dat uite­raard niet iede­reen iede­reen kent in een natie maar dat het gevoel van ver­bon­den­heid berust op een idee dat leeft bij iede­reen. Het is onder meer op basis van zich lid te weten van een gemeen­schap dat men­sen bereid zijn tot solidariteit.

Wel­nu, de domei­nen die te maken heb­ben met de crea­tie van een ima­gi­ned com­mu­ni­ty ‑cultuur, media, onder­wi­js,…- zijn alle­maal gere­gio­na­li­seerd. Of concreet : het is in Vlaan­de­ren als artis­tieke orga­ni­sa­tie mak­ke­lij­ker sub­si­dies te ver­wer­ven voor een samen­wer­king met een Zui­da­fri­kaanse part­ner dan met een Waalse…

Ander ges­teld : wil een links pro­ject in een fede­raal Bel­gië met toe­kom­st sla­gen ‑een dub­bele opdracht!- dan zal het zaak zijn terug een Bel­gische publieke ruimte te creë­ren. En hier­toe biedt de voor­ge­legde tekst te wei­nig hand­va­ten. Hij gaat er te veel van uit dat oude breuk­li­j­nen nog sterke wer­king­skracht heb­ben in de samen­le­ving. We leven ech­ter meer en meer in een samen­le­ving van het nu : de sterke indi­vi­dua­li­se­ring, de afzon­de­lijke dis­cours die zich langs beide kan­ten van de taal­grens heb­ben ont­wik­keld in samen­hang met de mon­diale ICT-revo­lu­tie en glo­ba­li­se­rende cultuur gedre­ven door de markt, maken dat jon­ge­ren van van­daag in beide land­sde­len ‑hoe para­doxaal ook- deel uit­ma­ken van dezelfde gren­zen­loze wereld maar tezelf­der­ti­jd wei­nig affi­ni­teit heb­ben met de gemeen­schap langs de andere kant van de taal­grens. Los van de oude breuk­li­j­nen, zal links samen met Bel­gische jon­ge­ren nieuwe toe­kom­st­ve­rha­len moe­ten uit­te­ke­nen die ant­woor­den bie­den voor de gedeelde samen­le­ving van mor­gen, om de para­dox te kun­nen overstijgen.

  1. Van­der Wey­den P, Abts K &, S. Col­paert De sp.a‑leden door­ge­licht. Wie zijn ze en wat den­ken ze over maat­schap­pij en par­tij ? Samen­le­ving en Poli­tiek, Jg 15 (10), Decem­ber 2008 : 13 – 22.
  2. Voor een gron­dige ana­lyse van de derde weg, zie mijn arti­kel : The Third Way : Die Neue Mitte/Mythe ? Oikos 13, 2000 : 11 – 34, alsook meer recent : De leegte van links. Samen­le­ving en poli­tiek, Jaar­gang 14 (7) 2007 : 17 – 23.

Dirk Holemans


Auteur